Een landbouwer exploiteerde tot 2020 zijn landbouwbedrijf als eenmanszaak. In de jaren 2015 tot 2019 ontving hij jaarlijks de extra hectarebetaling voor jonge landbouwers, welke betaling maximaal vijf jaar wordt verstrekt aan een jonge landbouwer. Per 1 januari 2020 ging hij een vennootschap onder firma (VOF) aan met zijn echtgenote. In de Gecombineerde opgave 2020 verzocht de VOF opnieuw om de extra betaling voor jonge landbouwers, waarbij nu de echtgenote werd opgegeven als jonge landbouwer. RVO.nl wees de extra betaling echter af, waarna de VOF beroep instelde bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.

Het College oordeelde dat het landbouwbedrijf zelf niet gewijzigd was bij de inbreng in de VOF. Wel was de rechtsvorm van het landbouwbedrijf gewijzigd. RVO.nl had om die reden het bedrijf dat thans gevoerd wordt onder de VOF niet als nieuw opgericht landbouwbedrijf aangemerkt, maar als een voortzetting van een bestaand bedrijf in een andere rechtsvorm. RVO.nl had onder meer erop gewezen dat alle eenheden van het bedrijf waren overgegaan, dat het bedrijf hetzelfde rekeningnummer had en dezelfde oprichtingsdatum. Het College was daarom met RVO.nl van oordeel dat geen sprake was van oprichting van een landbouwbedrijf door de VOF, maar van de voortzetting van het bestaande bedrijf van de landbouwer. Dat de VOF per 1 januari 2020 was ingeschreven in het handelsregister en een KvK-nummer had verkregen, en dat RVO.nl een nieuw relatienummer aan de VOF had toegekend, was onvoldoende om te oordelen dat – ondanks de hiervoor vermelde, ongewijzigde factoren – sprake was van oprichting van een landbouwbedrijf.

Nu de periode van vijf jaar na de oprichting van het bedrijf al was verlopen, heeft RVO.nl terecht de extra betaling voor jonge landbouwers voor het jaar 2020 geweigerd.


Delen op:      

Laatste nieuws

Proceskostenvergoeding

Een belanghebbende is het niet eens met de toegekende proceskostenvergoeding en gaat in beroep. Uiteindelijk belandt de zaak bij de Hoge Raad. De rechtsvraag is of de proceskostenvergoeding juist is vastgesteld.

Artikel 8:75 Awb

Artikel 8:75 van de

Lees verder

Was een verbouwing zo ingrijpend dat in wezen nieuwbouw is ontstaan?

Een ondernemer heeft een pand gekocht nadat dit was verbouwd tot hotel. De vraag is of de aanpassingen aan het pand zo ingrijpend zijn geweest dat in wezen nieuwbouw heeft plaatsgevonden. In dat geval is de latere levering niet belast met

Lees verder

Gaan we samenwerken?

Benieuwd wat we voor jouw bedrijf kunnen betekenen? Neem dan contact met ons op, we wisselen graag eens met je van gedachten!

Stuur een bericht